Ardromeda zat voorovergebogen op de rug van haar zwart met zilveren wolf. Ze diende op en neer en hield zich goed vast aan de lange manen van de wolf. Longwei met mims op haar rug volgde zeilings. De tassen an de zijkanten van de twee rijdieren waren gevuld met wapens, haar belangrijke spullen en wat geld. Andromeda grijnsde en keek naar de laagstaande zon, ze waren een poosje na middag de woestijn in gegaan, en hadden al een enorm stuk afgelegd. Ze had wel last van de droogte maar het water uit haar veldflessen hielden haar huid koel, evenals die van haar vrienden. Het water ging niet verloren dankzij wat magie.